Heeft u een vraag?
Stel hem hierAl jaren wordt er gesproken over de babyboomgeneratie, de naoorlogse geboortegolf die de 65 jarige leeftijd bereikt en van een welverdiende AOW wil gaan genieten. Meer AOW gerechtigden, met ook nog eens een hogere levensverwachting, moeten een uitkering ontvangen welke moet worden betaald door de huidige (krimpende) werkende generatie. De eerste maatregel is inmiddels wet; de AOW-leeftijd is verlengd van de 65 naar de 67 jarige leeftijd.
Door de vergrijzing neemt het aantal mensen die recht heeft op AOW toe, met ongeveer 2 miljoen. Nu staan er tegenover elke AOW-er 4 werkenden. In 2040 is dat gedaald tot 2 werkenden. Dit betekent dat minder mensen de uitgaven voor de AOW moeten opbrengen. Terwijl de kosten van de AOW naar verwachting oplopen van € 30 miljard, tot ongeveer € 50 miljard in 2040.
Het kabinet wil de AOW-leeftijd sneller verhogen. De partnertoeslag verandert in 2015. Ook gaat waarschijnlijk de hoogte van de AOW veranderen als u samenwoont.
Het kabinet is voornemens de AOW-leeftijd na 2015 sneller te verhogen: naar 66 jaar in 2018 en 67 in 2021. Om de AOW-leeftijd te kunnen verhogen, moet het kabinet de wet aanpassen. Daarvoor wordt een wetsvoorstel ingediend. Hiermee moeten de Tweede en Eerste Kamer nog akkoord geven.
Mensen met een AOW-uitkering die samenwonen, krijgen een basisuitkering van 50% van het wettelijk minimumloon. Dit geldt voor bijvoorbeeld gehuwden, samenwonenden, samenwonende broers of zussen, een oma met een kleinkind, etc.
Alleenstaanden in de AOW krijgen een aanvulling op deze basisuitkering (+20%). Zij hebben immers extra kosten omdat zij allerlei kosten zoals huur, gas, licht en water alleen moeten betalen. Mensen die samenwonen kunnen veel van dit soort kosten voor het huishouden delen. Daarom krijgen zij niet de toeslag die alleenstaanden wel krijgen. Dit komt door de kostendelersnorm. Op dit moment geldt hierop een uitzondering voor 2 twee groepen: mensen die een meerpersoons-huishouden voeren en in het geval dat 1 ouder samenwoont met zijn of haar meerderjarige kind.
Het kabinet wilde in 2015 de hoogte van de AOW aanpassen als een AOW’er samenwoont met 1 of meer volwassenen. Dit gaat dan ook gelden als iemand samenwoont met eerste graad bloedverwanten, zoals een ouder met een meerderjarig kind, omdat ook zij de kosten zoals huur, gas en elektra met elkaar delen.
De regering vindt het daarnaast ook belangrijk dat mensen de zorg voor elkaar op zich nemen. Juist daarom is de positie van de informele zorgverlener versterkt in het wetsvoorstel Wmo 2015.
De regering heeft oog voor de samenloop van de kostendelersnorm in de AOW met de hervormingen in de (mantel)zorg. Daarom is besloten de invoering van de kostendelersnorm in de AOW met een jaar uit te stellen.
De komende tijd wordt onderzocht:
Bij het onderzoek zijn onder andere gemeenten en Sociaal Cultureel Planbureau betrokken.
In de praktijk betekent dit dat er in ieder geval tot 1 juli 2016 geen sprake zal zijn van een kostendelersnorm in de AOW. Wat er na 1 juli 2016 gaat gebeuren is onder andere afhankelijk van de uitkomsten van het aangekondigde onderzoek.
Samenwonende AOW-ers die beiden nog een eigen koop- of huurwoning hebben, krijgen 70% AOW. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 1 februari 2014.
- voor alleenstaanden is het AOW-pensioen ca. 70% van het netto minimum loon
- alleenstaanden met kinderen onder de 18 jaar ontvangen een toeslag waardoor hun
AOW-pensioen op 90% terecht zal komen.
- gehuwden of samenwonenden ontvangen ieder 50% van het minimum loon. Samen 100%.
Eigenlijk bestaan er drie methodes om naast uw AOW iets extra op te bouwen:
U zou er ook voor kunnen kiezen om op uw pensioendatum minder lasten te hebben. Daarbij kunt u denken aan een eigen huis waarvan de hypotheek is afgelost tegen de tijd dat u met pensioen bent. Het is erg adviesgevoelige materie. Temeer daar de fiscus veel goed vindt, maar wel over uw schouder blijft meekijken. Inzicht krijgen is dan ook van groot belang. Daar willen wij u graag aan helpen, het is ons vak.